» Debatavond met Bart Jan Spruyt en Gert Slootweg

DIRKSLAND – Conservatief rechts of SGP? Bart Jan Spruyt pleitte onlangs voor een krachtenbundeling van conservatieve krachten in Nederland. De SGP zou op kunnen gaan in zo’n brede stroming ter rechterzijde van het politieke spectrum. Maar hoe denkt de SGP er zelf over? Voor Gert Slootweg, die vrijdagavond 12 februari met Spruyt debatteerde in Dirksland, is conservatieve bundeling een stap te ver. Toch overheersten de overeenkomsten tussen beide debaters. Over de fundamenten die de Nederlandse samenleving zou moeten hebben, verschillen zij niet van mening. Ons land is toe aan een Reveil.

Spruyt, bekend conservatief denker, startte zijn toespraak al direct met de opmerking dat hij geen zin had om te gaan bakkeleien over de geringe verschillen van inzicht. “De huidige tijd is te ernstig voor het narcisme van het kleine verschil. We hebben elkaar nodig, beste mensen.”

Spruyt ging in zijn betoog in op het leven van dominee Doornenbal, over wie hij vorig jaar een boek schreef. “Hij was christelijk en conservatief. Hij poogde de traditie te versterken van bevindelijke diepte en katholieke breedte. Die combinatie. Dat laatste, katholieke breedte, is niet rooms, maar gericht op eenheid, zowel cultureel, kerkelijk als politiek. De hervormde kerk zag hij als een planting Gods, een verbond dat niet ongedaan kan worden gemaakt door alle zonde.”

Fundament
“Eén ding is van groot belang als Doornenbal het over politiek heeft: Gods goede wetten zouden de basis, het fundament, moeten vormen van de samenleving. Breken we die wetten, dan breken die wetten ons en heb je een gebroken samenleving. Geen waarden zonder het christelijk geloof, dat is de kern van christelijke politiek. Daar ben ik het mee eens. Dat impliceert ook een visie op de overheid: die mag niet neutraal zijn. Dus: geen CDA-model, dat alle religies even veel ruimte geeft, en geen VVD-model, dat alle religie achter de voordeur wil duwen. Ik pleit voor een geprivilegieerde positie van de christelijke kerk. Het is de christelijke traditie die ons land heeft gemaakt”, aldus Spruyt. Hij voegde daaraan toe dat hij zich niet kon voorstellen dat de SGP het daar niet mee eens zou zijn. Overigens bleek later dat Spruyt geen politieke ambities heeft, zijn conservatisme is vooral cultureel.

“Ik doe geen woord af van het verhaal van Spruyt”, reageerde Slootweg, leraar geschiedenis en voormalig SGP-wethouder in Middelharnis. “Maar het is niet compleet. Spruyt schrijft dat hij (Ds. Doornenbal, SGPJF) zich het meest thuis voelt bij de CHU en bij het blad Opinio. Dat is niet De Banier en de CHU is niet de SGP, nooit geweest ook.”

Containerbegrip
Slootweg noemde conservatisme bovendien een containerbegrip. “Je hebt conservatief liberalisme, conservatief socialisme, en zelfs conservatief conservatisme. Conservatisme is intelligente nostalgie, heimwee naar een tijd die er nooit is geweest, zegt Spruyt. Maar wat doe je daarmee, hoe geef je die levenshouding praktisch vorm?”

Slootweg pleitte – in plaats van christelijk conservatief – voor ‘staatkundig gereformeerd’ in de zin van ‘christelijk-historisch’, “omdat wij Nederlanders een staat hebben met een christelijk karakter. Ook als er bijna niemand nog christelijk zou zijn, dan nog is het wezen van ons land protestants-christelijk.” Van dominee Doornenbal kan de SGP leren dat katholieke breedte en bevindelijke diepte niet zonder elkaar kunnen, betoogde Slootweg. Van verkramptheid en geïsoleerdheid in de reformatorische wereld, verschijnselen waarvoor Spruyt waarschuwt, mag volgens Slootweg geen sprake zijn. “Het grote probleem is dat we niet alleen een front hebben naar liberalen, socialisten en atheïsten, maar ook naar binnen. Tussen aanpassing en verzet, dat is het grote thema van onze tijd.”

Een bredere conservatieve krachtenbundeling, met inbegrip van de christelijk-historische staatkundig gereformeerde stroming, noemde Slootweg “buitengewoon gevaarlijk, een weg die niet begaanbaar is”.

De twee debaters naderden elkaar dus niet helemaal. Wel toonde Slootweg zich bereid om aan te schuiven bij de conservatieve denkavonden (bij de open haard met een glas port) die Spruyt organiseert.

Reveil
Onder leiding van Menno de Bruyne, fractiewoordvoerder van de SGP in de Tweede Kamer, ging het debat verder en kon ook de overvolle zaal meedoen. Daarin deed Bart Jan Spruyt een oproep om, zoals in de negentiende eeuw, tot een Reveil in Nederland te komen. “Herstel, niet via politieke middelen, maar door gehoorzaamheid aan het Koninkrijk van God.” Slootweg was het daarmee eens. “Als het waar is dat Nederland een protestants-christelijke natie is, dan gaat het om wat de Heere zegt. Dat is dan het fundament van de samenleving.” Kerkelijke verdeeldheid – met kenmerken van het narcisme van het kleine verschil – biedt dan geen perspectief. “Wij zouden één kerk moeten vormen, die spreekt in naam van de Heere. Laten we daar biddagen voor houden”, aldus Slootweg.

Natuurlijk kwam toen het woord theocratie op tafel. “Praten over theocratie kan alleen als er aan de voorwaarde van kerkelijke eenheid is voldaan”, opperde Spruyt. “Dan kunnen de christelijke waarden het fundament van de samenleving zijn en heeft de overheid een geprivilegieerde positie. Als dat theocratie is, ben ik theocraat.”

Krampachtigheid
Een ander punt dat tijdens de discussie nog naar voren kwam, was de vermeende krampachtigheid en geïsoleerdheid van de reformatorische zuil. De kloof met de rest van Nederland wordt steeds breder, betoogde dominee Doornenbal, waardoor er een gerede angst is dat de orthodoxen zich terugtrekken achter de dijk, in het isolement, elkaar steeds scherper de maat nemend. De krampachtigheid uit zich dan in levensstijl en leer. Spruyt waarschuwde daarvoor. “Je moet niet denken dat met het ontstaan van jouw specifieke kerkverband de kerkgeschiedenis is begonnen. Die is namelijk al tweeduizend jaar oud.” Slootweg voegde daaraan toe: “Ik zou graag een meer open houding zien, vanuit de bevindelijke diepte en de katholieke breedte.”

De SGP, zo bleek uit een volgende discussie over de koers die deze partij zou moeten varen, moet zich in de eerste plaats blijven baseren op “wat heilzaam is voor iedereen, de wetten van de Heere”. Volgens Spruyt uit zich dat in bijvoorbeeld aandacht voor het traditionele gezin, de inhoud van het onderwijs, het intomen van de islam, strijd tegen het steeds venijniger wordende relativisme en tegenstand tegen het overdragen van steeds meer nationale bevoegdheden aan Europa. “We moeten waken over onze nationale soevereiniteit.” Dat de SGP door het vrouwenstandpunt en de theocratie een minder goed imago heeft in de rest van het land, moet de partij maar op de koop toenemen. Die punten laten vallen om meer aantrekkingskracht te realiseren – of de tale Kanaäns aan de dijk zetten – is geen optie. Daar leek iedereen het vrijdagavond wel over eens. “We hoeven ons daar niet voor te schamen”, zei Menno de Bruyne. “We spreken de Bijbel na.”

Door Kees van Rixoort, Eilanden Nieuws, vrijdag 19 februari 2010

Lees ook het verslag Geslaagde avond in Dirksland! van SGP Dirksland.